Naar het voorbeeld van het Lagerhuis heeft het Oostenrijkse Hogerhuis donderdag ingestemd met een wet die een algemene vaccinatieplicht invoert. Volwassenen moeten worden ingeënt tegen het coronavirus in Oostenrijk, dat het eerste land in de Europese Unie is dat dit doet.
Sommige groepen, zoals zwangere vrouwen en personen die onlangs COVID-19 hebben ondergaan, zijn van de inentingsplicht uitgesloten. In vergelijking met andere landen is de eis veel uitgebreider. In Griekenland en Italië bijvoorbeeld zijn alleen ouderen verplicht zich te laten vaccineren.
Het wetsvoorstel treedt in werking zodra de president en de kanselier het hebben ondertekend, maar de handhaving begint pas op 15 maart. Bij verkeersopstoppingen zal de politie bijvoorbeeld om inentingsbewijzen vragen. Ongevaccineerden kunnen een boete krijgen tot 600 euro als zij niet zijn ingeënt. Deze boete kan juridisch worden aangevochten. Als de weigering wordt afgewezen, kan de boete oplopen tot 3.600 euro.
De strenge coronamaatregeling zal volgens bondskanselier Karl Nehammer de gevolgen van toekomstige besmettingsgolven sterk beperken en extra sluitingen voorkomen. “De hele samenleving kan weer in vrijheid leven” met een vaccinatieplicht, aldus Nehammer.
De recente goedkeuring van het Parlement komt op een moment dat de coronabeperkingen van het land worden versoepeld. De lockdown voor ongevaccineerden, die al meer dan twee maanden van kracht was wegens overbevolking van ziekenhuizen, werd deze week opgeheven. Bovendien krijgt deze groep later deze maand weer toegang tot niet-essentiële winkels en eetgelegenheden.
Meer dan 75% van de Oostenrijkers is in het bezit van minstens één corona-vaccinatie. Een iets kleiner percentage (bijna 69%) heeft een geldig corona-certificaat. Omdat de geldigheidsduur van vaccinatiebewijzen op 1 februari is verkort, is dit iets minder dan vorige week. Als iemand volledig gevaccineerd is maar geen herhalingsinjectie heeft gekregen, verloopt zijn certificaat na zes maanden in plaats van negen.